Inclusie is voor iedereen

Regelmatig wordt ik er mee geconfronteerd om anders bekeken te worden dan andere mensen. Vaak wordt ik beoordeeld op de beperkingen die ik heb, terwijl ik mezelf toch echt veel hoger inschat.

Ja, ik heb verschillende beperkingen en aandoeningen, sommige zichtbaar, sommige niet zichtbaar. Maar al die beperkingen en aandoeningen geven niet aan wie ik ben of wat ik kan. Ik vind van mezelf dat ik een goed stel hersens heb al lukt het me dan soms niet om overal direct op te kunnen reageren, wat vroeger wel zo was. Laten we zeggen, ik heb tegenwoordig even iets meer tijd nodig om ‘de boel’ te laten bezinken. Maar kan dan eigenlijk wel altijd een weloverwogen reactie geven.

Als voorzitter van een gehandicaptenraad en als ambassadeur VN-verdrag handicap kom ik in aanraking met veel gelijksoortige situaties, mensen worden niet beoordeeld op wat ze kunnen, maar op wat er uiterlijk opvalt. En daarmee blijft er heel veel potentieel onbenut liggen waaraan de Nederlandse samenleving juist zoveel behoefte heeft. En zo langzamerhand denkt iedereen dat een inclusieve samenleving er is om de gehandicapte mens te helpen, maar niets is minder waar. Ja, de gehandicapte mens heeft er ook voordeel bij en het ‘VN-verdrag inzake mensen met een handicap’ is hoofdzakelijk om mensen met een handicap een steuntje in de rug te geven om ook volop in de samenleving te kunnen staan. Ik vind het alleen een beetje beschamend dat het verdrag blijkbaar nodig is naast het VN-verdrag voor de rechten van de mens. Alsof iemand met een handicap (ik zeg overigens liever ‘beperking’) ineens geen mens meer is?

Maar waar het mij om gaat, inclusie is voor iedereen. Iedereen moet volop en midden in in de maatschappij kunnen staan als hij/zij dat wil. Het gaan niet alleen om Henk die in zijn rolstoel met de bus mee wil, maar ook om Piet die door zijn stoma iedere keer dat hij buitenshuis is een toilet binnen bereikbare afstand moet kunnen vinden zonder eerst een kwartier te moeten zoeken. Of om Mehmet, die met zijn afgeronde studie werkloos thuis zit omdat hij niet uitgenodigd wordt voor een sollicitatiegesprek vanwege zijn Turkse achtergrond. Of Jeroen, die niet met zijn vriendjes uit de buurt mee naar school kan om samen met zijn vriendjes te leren en te spelen. Nee Jeroen wordt ‘s morgens voor dag en dauw opgehaald met een busje om na een lange rit ver weg onderwijs te volgen en na die zelfde lange rit weer moe thuis te komen en dan niet meer te kunnen spelen. Of Harm die alleen van Johan houd, of Janine die vroeger Jan was. En zo zijn er duizenden voorbeelden te noemen waarvoor de inclusie waardevol is, mensen die een positieve bijdrage kunnen leveren aan de maatschappij, maar van die zelfde maatschappij de kans niet krijgen.

Inclusie kan heel veel oplossen. Ik geef toe, het is geen wondermiddel voor alle problemen, maar het is wel een goede weg voor zowel de mensen die de inclusie nodig hebben alsook de mensen die niet direct de inclusie nodig hebben. Want kijk nu eens naar een beroep, neem bijvoorbeeld een verpleger in het ziekenhuis. Die wordt geacht om veel handelingen uit te kunnen voeren bij patiënten, maar voor de broodnodige sociale aandacht voor de patiënt is geen tijd vanwege de hoge werkdruk. Daar kan iemand naast gezet worden juist voor die sociale aandacht en mogelijk ook een deel van de handelingen. En dan krijg je gelijk mensen die roepen dat dat te duur is, maar in feite verdiend die persoon die er naast gezet is zichzelf terug. Hij hoeft namelijk geen uitkering meer te ontvangen, de patiënt voelt zich prettiger door de sociale aandacht en is daardoor weer sneller uit het ziekenhuis. Die besparingen leveren zoveel op, dat de ‘meerkosten’ ruimschoots gecompenseerd worden. Het enige wat er eigenlijk voor nodig is, is het loslaten van het ‘hokjes denken’.

Dat ‘hokjes denken’ is eigenlijk de grote oorzaak van exclusie. Pas je niet in een bepaald hokje zoals ‘de maatschappij’ dat heeft bedacht, dan sta je aan de zijlijn, dan tel je eigenlijk niet mee. Het vraagt een andere mindsetting van mensen die nu de beslissingen nemen. Iedereen heeft zijn of haar talenten, die deze personen meestal zelf wel kennen, maar waarvoor in de achter het bureau bedachte regeltjes geen ruimte is. Daarom is het ook nodig dat juist die mensen meedenken en meepraten voordat de regeltjes geschreven worden. Open en eerlijke communicatie, geen regeltjes in beton gieten, maar ruimte laten voor creativiteit.

Alleen in een inclusieve maatschappij kan iedereen op eigen waarde mee doen en wordt de maatschappij veiliger en prettiger voor iedereen.

Gerelateerde Afbeeldingen:

Bezoeken: 1

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Translate »